|
||||||||
|
Twintig jaar geleden begon pianist/componist Christof Sänger zijn eerste tour in Japan na te zijn uitgenodigd. In het neon-verlichte hart van Tokio schoot een levendige ontluikende jazzscene wortel. Christof kreeg een warm welkom en hij nam op voor het Japanse label Sound Hill Records dat was gespecialiseerd in piano trio’s en op het spoor van hem kwam door de Japanse distributie van Laika Rec. Voor zijn Japanse rondreis langs acht steden in 2023 bestond het trio uit Sänger op piano, Shinichi Kato op contrabas en Rena Toshimitsu op drums. Het optreden in de Iruma Jazzclub werd technisch perfect opgenomen zodat het kon worden uitgebracht op het Laika label. Het repertoire bestaat merendeels uit bekende stukken en standards maar ook twee composities van Sänger: “Las Brisas” en een bewerking van Robert Schumann’s “Kinderlieder”. Normaliter probeer ik altijd een album via een of twee nummers te beluisteren voordat ik het aanvraag om te recenseren, nooit een complete cd anders zou ik wel heel erg veel tijd moeten steken in het recenseren en er zijn nog meer en soms belangrijkere zaken in het leven. Waarom vertel ik dit, wel omdat in het geval van Christof Sänger een langere luisterbeurt wel wat gevolgen zou hebben, niet aanvragen bijvoorbeeld. Want Christof speelt altijd zoveel mogelijk noten, dat begint al in het eerste nummer “I mean you” van Thelonius Monk, een pianist die wars is van overbodige pianistische tierelantijnen en met zijn hoekige accenten zijn eigen stempel drukt op zijn typerende muziek, pas tegen het eind van het nummer komen de bekende patronen van Monk naar voren. In de bekende standard “Autumn leaves” van Joseph Kosma komen alle uitbundige noten van Sänger wel tot zijn recht, maar in mijn favoriete “Take the A-train” van Billy Strayhorn, dat van zichzelf al een fantastisch thema heeft, weet Sänger er weer een breiwerk aan noten aan vooraf te laten gaan vooraleer het gekende thema aan bod komt. Eigenlijk keert de rust pas terug in zijn bewerking van Schumann’s Kindertotenlieder dat een gedragen sfeer uitstraalt. Het is technisch en qua tempo misschien allemaal knap wat Sänger hier uit zijn klavier tovert, maar het mist diepgang en een persoonlijke interpretatie, het lijdt aan hetzelfde euvel waarom ik het solo/trio werk van Oscar Peterson en Erroll Garner niet zo pruim, teveel show en te weinig eigen inbreng. Jammer, maar het kan niet altijd feest zijn ! Jan van Leersum
|